Onlangs was ik een weekend van dienst als weekendresident in de Kalei. En groot was mijn vreugde toen ik daar in de residentenfrigo enkele flesjes Achel vond.
In de trappistenabdij van Achel werd al in de 19de eeuw bier gebrouwen, maar nadat in de eerste wereldoorlog de brouwketels werden omgesmolten tot munitie, bleef er van de brouwerij niets meer over. Het is pas in 1998 dat men in Achel opnieuw gaat brouwen, met de hulp van ene Broeder Thomas uit Westmalle en later ook Broeder Antoine uit Rochefort.
De blonde Achel, die ik vandaag voor jullie proef, werd voor het eerst gebrouwen in 2001. Hij is lichtjes zoetig, maar niet zodanig dat het plakkerig of overdreven wordt. Het bier heeft een erg aangename afdronk, die lang blijft hangen, en waarvan zowel de occasionele als de meer doorwinterde bierliefhebber zeker zal genieten.
Gezondheid.
Zie ook: